Leerjongen, 1750-1760

Op 1 november 1750, begon de elfjarige Theodoor Victor bij zijn vader een opleiding als zilversmid. Theodoor Everard van Berckel was meester zilversmid en was bevoegd om leerlingen aan te nemen. In die tijd was het gebruikelijk dat een gildemeester zijn eigen zoons het ambacht bijbracht. Twee jongere broertjes, Rutger en Gijsbert, werden ook door hun vader als leerling aangenomen. Geen van de jongens zou later in het vak blijven. Van Rutger is niet meer bekend dan dat hij schilderde, onder andere het portret van Theodoor Victor dat te zien is op de startpagina van deze site. Hij overleed in 1767, nog geen 22 jaar oud. Zijn broer Gijsbert werd priester, verbonden aan het Sankt-Victor Stift in Xanten (Duitsland). Hij overleed op de hoge leeftijd van 87 jaren. Een ander broertje kwam zelfs helemaal niet in aanmerking voor het ambacht. Petrus Josephus van Berckel kon kennelijk goed leren. Hij ging naar de Latijnse School, werd later arts en maakte carrière in het stadsbestuur. In 1807 werd hij door koning Lodewijk benoemd tot eerste burgemeester van 's-Hertogenbosch.

Inschrijving van Th. Victor als leerling zilversmid.
Klik op de foto voor een uitvergroting.
Foto: L. Lennaerts/Stadsarchief 's-Hertogenbosch

Theodoor Victor was ook niet voorbestemd om zilversmid te worden. Waarschijnlijk ontdekte zijn vader al vroeg het talent van zijn zoon om stempels te snijden. De familie Van Berckel leverde al sinds het begin van de achttiende eeuw zilveren vroedschapspenningen aan het stadsbestuur van 's-Hertogenbosch. Deze penningen, in Den Bosch stadhuispenningen genoemd, werden in eigen atelier in de Bossche Kerkstraat geslagen en dienden als presentiegeld voor de raadsleden van de stad. Grootvader Theodoor Caspar van Berckel maakte alle stempels waarschijnlijk zelf. Zijn zoon Theodoor Everard deed dat waarschijnlijk slechts op beperkte schaal. Er zijn stempels bekend die zijn initialen dragen, maar er zijn aanwijzingen dat er verschillende andere stempelsnijders betrokken waren bij de productie van de stempels uit de tijd van Th. Everard. We weten met zekerheid dat enkele stempels door Nicolaas van Swinderen uit Den Haag zijn gemaakt.

Johann Conrad Marmé

Later kwam ook de graveur Johann Conrad Marmé uit Kleef in beeld. Marmé die oorspronkelijk uit Fulda afkomstig was, vestigde zich in 1741 in Kleef. Daar trad hij in dienst aan de Koninklijke Pruisische Munt.

Penning van Marmé uit 1747 voor de "Hollandse" markt.
Klik op de foto voor een uitvergroting.
Foto: L. Lennaerts/particuliere collectie

Het toeval wilde dat een broer van Theodoor Everard als kanunnik verbonden was aan het eerder genoemde klooster Sankt-Victor in Xanten. Kleef ligt daar 25 kilometer vandaan. Bovendien was Theodora van Meverden, moeder van Th. Everard, eveneens afkomstig uit Xanten. Het is waarschijnlijk dat Marmé via familie van Th. Everard of gezamenlijke bekenden in contact is gekomen met de Bossche Van Berckels. Met wat fantasie zou je daaruit kunnen concluderen dat de familie Van Berckel de springplank voor Marmé is geweest in onze contreien. Vanaf 1741 maakte Marmé verschillende stempels voor Bossche stadhuispenningen en er is ook een stadszegel "Ad Legata" van hem bekend. Later werkte hij voor opdrachtgevers in heel het land.

De quitantie van Marmé voor de zegel Ad Legata van 's-Hertogenbosch. Klik op de foto voor een uitvergroting.
Foto: L. Lennaerts/Stadsarchief 's-Hertogenbosch

Toen Th. Victor zijn opleiding als zilversmid voltooide, stuurde zijn vader hem naar Marmé in Kleef waar hij een jaar lang werd ingewijd in het vak van graveur en stempelsnijder. Volgens Hendrik Palier, rond 1830 de eerste biograaf van "De drie generaties Van Berckel", betaalde Van Berckel senior 700 gulden voor de opleiding van zijn zoon. De jongen genoot kost en inwoning bij Marmé en zijn gezin en hij werd in een jaar klaargestoomd voor het vak. In 1757 verhuisde Marmé naar Utrecht waar hij als stempelsnijder in dienst kwam van de Provinciale Munt. Als Paliers bewering klopt dat Th. Victor bij Marmé in Kleef ging inwonen, eindigde de leertijd op zijn laatst in 1757, maar waarschijnlijk eerder, getuige de zegelstempel die hij in dat jaar maakte voor schepen Daniel Velters. Daarna heeft de jonge graveur nog menig zegelstempel gemaakt.

Zegel van Daniel Velters, schepen van 's-Hertogenbosch. In 1757 gemaakt door Theodoor van Berckel. Klik op de foto voor een uitvergroting.
Foto: L. Lennaerts/ stadsarchief/Noordbrabants Museum.

Marmé vervaardigde in opdracht van Van Berckel senior verschillende stempels voor de Bossche stadhuispenningen met het jaartal 1741. De penningen hadden als onderwerp de aanleg van de straatweg tussen 's-Hertogenbosch en Eindhoven. De stempels werden tijdens het slaan van de penningen zwaar belast en het kwam regelmatig voor dat de stempels braken. Van dit type penning zijn daarom verschillende varianten bekend, want kapotte stempels moesten een aantal malen worden vervangen. Stijlkenmerken van de hieronder afgebeelde penning verraden de hand van de jonge Theodoor van Berckel. Naar alle waarschijnlijkheid zijn de stempels ergens tussen 1755 en 1760 door hem gemaakt.

Stadhuispenning gedateerd 1741 maar waarschijnlijk veel later door Theodoor Victor van Berckel gemaakt. (Snoeck59a).
Klik op de foto voor een uitvergroting.
Particuliere collectie

 


Deze pagina werd geprint van de website van het Van Berckel Genootschap
e-mail: - website: www.theodoorvanberckel.nl