Zijn Weense periode en terugkeer naar de geboortegrond, 1794-1808

In juni 1794 veroverden de Franse legers o.l.v. de generaals Moreau, Pichegru en Jourdan het territorium van de Oostenrijkse Nederlanden. De ex-machthebbers vluchtten voor de troepen uit naar het Oosten. Van Berckel reisde in het kielzog van de Brusselse ambtenaren mee naar Linz (Oostenrijk) terwijl zijn vrouw en kinderen naar hun vaderland terugkeerden. Van Berckel had in Brussel mogen blijven en kreeg zelfs nog een jaar bedenktijd om in Franse dienst te treden maar deed dit niet (uit loyaliteit aan de Oostenrijkers?). Hoe dan ook, er brak een periode aan waarin Theodoor van Berckel voortdurend onderweg was in centraal Europa. Toen de oprukkende Franse legers drie jaar later zelfs Wenen bedreigden, moesten Van Berckel en alle Brusselse ambtenaren op bevel van het regentschap naar Praag verhuizen. Van Berckel vroeg en kreeg echter toestemming om naar Anholt in Westfalen te reizen, waar zijn vrouw en kinderen zich hadden gevestigd.

Anholt: links het raadhuis,
rechts de Wasserburg, residentie van de familie Salm-Salm.
Foto's: Lei Lennaerts. Klik op de foto voor een uitvergroting.

Van Berckel was nog steeds in Oostenrijkse dienst maar van zijn salaris was weinig meer over. Hij kreeg een werkloosheidsuitkering die nog maar een derde was van wat hij in Brussel verdiende. Op 11 februari 1798 schreef Van Berckel een brief aan het Hof in Wenen waarin hij nederig verzocht om in dienst te worden genomen als graveur aan één van de Oostenrijkse Munthoven. Hij vermeldde als reden dat hij nu niet in de gelegenheid was om zijn vak te gelde te maken en zijn inkomsten dermate zag slinken dat hij zijn gezin op termijn niet meer zou kunnen onderhouden.

Hoofdgraveur aan de Weense Munt

In een brief van het Oostenrijkse Hof van 22 juni 1798 werd Van Berckel naar Wenen ontboden om daar in dienst te treden als hoofdgraveur aan de Weense Munt. Zijn familie diende mee te verhuizen. Dat laatste gebeurde echter niet. Van Berckel koos er voor om allen naar Wenen te reizen.

Silhouet van Theodoor Victor van Berckel op gevorderde leeftijd.

Silhouet van Theodoor Victor van Berckel op gevorderde leeftijd.
De maker is onbekend. Privé collectie.

Zijn voorganger aan de Weense Munt, Johann Nepomuk Würth (1752-1811), zou een andere functie krijgen en zijn post zou door Van Berckel worden ingenomen. Helaas voor Van Berckel ging dit niet door. Van Berckel kreeg wel de aanstelling als graveur maar de artistieke leiding bleef in handen van Würth. Waarschijnlijk was Van Berckels functie vrijwel uitsluitend administratief en bestond zijn dagelijks werk erin om zijn ondergeschikten werkstempels voor de munten te laten maken. Dit soort stempels werd gemaakt met behulp van bestaande moederstempels. Er was daarom geen enkele mogelijkheid om - letterlijk - een persoonlijke stempel te drukken op zijn werk. Van Berckel was hierover zeer slecht te spreken en heeft in talloze correspondenties met het Keizerlijk Hof geprobeerd om er wat aan te doen. Tevergeefs. Met uitzondering van één penning is van zijn Oostenrijkse periode niets bekend waarvan met zekerheid is vastgesteld dat hij de maker is.

Voor zover bekend is de keerzijde van deze penning uit 1799 het laatst bekende werk van Theodoor Victor van Berckel.
Collectie: Huizinghe De Loet. Foto: Lei Lennaerts.
Klik op de foto voor een uitvergroting.

Ondanks dit alles waren de Oostenrijkse autoriteiten zeer tevreden over hem en men was ook niet ongenegen om zijn positie te verbeteren. Alles wat Van Berckel probeerde verzande echter in de Weense bureaucratie. Uit bewaard gebleven correspondentie uit die tijd blijkt dat hij intussen steeds verbitterder werd. Het verblijf in Wenen, ver van zijn familie, viel hem zwaar. Wanneer hij kon, maakte hij de lange, zware tocht van Wenen naar Anholt of 's-Hertogenbosch. Op 3 november 1802 overleed zijn echtgenote Maria Anna Nouhuys. In diezelfde winter werd Van Berckel ernstig ziek. Waarschijnlijk veroorzaakte verwaarlozing van een verkoudheid een ernstige oogziekte waarna hij zijn vak niet meer kon uitoefenen. Hij reisde in die periode half blind door Europa en vestigde zich tijdelijk en later permanent in zijn geboortestad 's-Hertogenbosch waar hij op 19 of 21 september 1808 overleed.

Het bidprentje Theodoor Victor van Berckel. Particuliere collectie.
Foto: Lei Lennaerts. Klik op de foto voor een uitvergroting.

De verschillende bronnen spreken zich op dit punt tegen. Wel is het zeker dat de uitvaart op 23 september 1808 plaatsvond. Hij werd begraven in het oude familiegraf in de Sint-Jan te 's-Hertogenbosch .

De zerk van de grafkelder van Ridder Rutger van Berckel waarin Theodoor van Berckel werd bijgezet. Foto: Lei Lennaerts
Klik op de foto voor een uitvergroting.

 

Met dank aan:
Stadsarchief - 's-Hertogenbosch
Noordbrabants Museum - 's-Hertogenbosch
Karel de Geus Muntveilingen bv - Veldhoven
Jean Elsen & ses Fils s.a. - Brussel
Rijksarchief België - Brussel
Koninklijke Munt België - Brussel
Diverse particuliere verzamelaars


Deze pagina werd geprint van de website van het Van Berckel Genootschap
e-mail: - website: www.theodoorvanberckel.nl